Werkwijze
Wat is precies het doel wat je met jouw paard wilt bereiken? Het is belangrijk om dit duidelijk voor jezelf te krijgen. Vanuit dit beoogde doel kun je namelijk gaan bekijken welke vaardigheden daarvoor nodig zijn en wat voor soort training.
Ik kan je helpen op verschillende manieren:
Gedragstraining: Ook wel 'goede omgangstraining' genoemd. Door inzicht te geven in hoe paarden 'denken', kan ik je helpen met het sturen van het juiste gedrag en daarmee de onderlinge communicatie en omgang verbeteren. Voordat het paard echt iets kan leren qua training, moet er een duidelijke verstandhouding zijn gerealiseerd. Dit heeft vooral te maken met het leiderschap wat de mens het paard kan bieden. Er kunnen namelijk geen twee kapiteins op 1 schip zijn, dan gaat het mis. Het paard en de mens kunnen dus samen leren in wat een fijne verhouding is, dit begint bij bijvoorbeeld netjes mee kunnen lopen zonder teveel in de 'persoonlijke ruimte' van de begeleider te komen. Door de persoonlijke ruimte te leren respecteren, kan er steeds meer focus door het paard op de trainer gehouden worden, waardoor de trainer het juiste voorbeeld kan zijn voor het paard.
Grondwerk: Bij gedragstraining begin je daar al een beetje mee, maar in het grondwerk als training ga je stap voor stap het paard verschillende oefeningen en commando's aanleren waardoor het paard ook al voorbereid wordt op het eventuele rijden, maar dan onbelast, waardoor het paard de gelegenheid krijgt om al kracht en balans te leren ontwikkelen in de verschillende oefeningen. De oefeningen die geleerd kunnen worden zijn gestoeld op het paard te leren meer te 'dragen'. Oefeningen die hier bijvoorbeeld aan bijdragen zijn schouder binnenwaarts, travers, renvers, appuyementen, pirouette's en de piaffe.
Longeren: Bij longeren ga je verder van het paard af staan en het paard nog meer op eigen benen leren de verschillende grondwerkoefeningen uit te voeren. Ik werk zonder hulpteugels; ik wil een paard graag leren om 'op eigen benen' te lopen, zonder in een houding gezet te worden, wat steun biedt, maar niet voor een zelfhouding zorgt.
Werken aan de hand: Verfijning van het grondwerk en voorbereiding op het rijden. Je werkt met een hoofdstel en leert de grondwerkoefeningen ook in deze positie uit te voeren.
Rijden: Hierin kun je nog verdergaan in het verdiepen van de communicatie tussen jou en je paard. De oefeningen worden nu uitgevoerd met 'belasting' op de rug. Omdat het paard al in alle stappen van training hiervoor geleerd heeft om zichzelf goed te dragen, is dit nu een stuk minder moeilijk. De ruiter kan nu veel leren over houding en zit, zodat het paard als een danser met de ruiter kan bewegen.